In het vroege voorjaar zodra het perceel droog genoeg is wordt het bietenland bespoten tegen eventueel onkruid, waarna een zaaibedcombinatie met circa vijf centimeter diep het perceel klaargelegd. Het zaad wat tegenwoordig wordt gebruikt is het zogenaamde pillen zaad, het zaad is gecoat met een laag kunstmest en herbicide dit zorgt ervoor dat de bieten een groeikracht mee krijgen zodra het pillen zaad gaat kiemen. Het zaaien van de bieten kun je vergelijken net zoals het zaaien van uien, de zaaimachine heeft in elke zaai element een schijf met gaatjes deze zijn klein genoeg om een zaadje net niet naar binnen te zuigen.

Doordat de schijf elke keer ronddraait in de bak met zaad vult de schijf de kleine gaten ook wel binnenvullers genoemd. Wanneer het zaad onderaan de schijf komt valt het in een diepere sleuf die daarna meteen dicht wordt gemaakt. Wanneer het bietenzaad is gekiemd, wordt het een bietenplant na een week staan er kleine blaadjes boven de grond. Vanaf hier wordt er iedere veertien dagen de bietenplantjes bespoten om diverse ziektes te voorkomen en de groei te stimuleren.  Na een groeiperiode van circa zes maanden wordt het tijd om de bieten te rooien.

Als het half september is worden de suikerbieten worden gerooid, dit gebeurd veelal door de zogenaamd bunker rooiers, deze machines ontbladeren eerst de bieten waarna gevolgd door de na schalpeurs of ook wel de messen, deze snijdt een dun plakje van bieten kop zodat alle blad volledig verwijderd is. Hierna worden de bieten door rooi scharen gelicht, de bieten vallen hierna op een reinigings systeem dit zijn enkele zones die ronddraaien zodat de bieten schoon in de bunker vallen. Als de bunker vol raakt worden de bieten op grote landbouwkippers geladen, en meestal naar het erf gebracht, van waaruit ze opgehaald en verwerkt door de suikerfabriek.